Hoe Flowmapper helpt om knelpunten écht zichtbaar te maken
De Metropoolregio Amsterdam groeit. Nieuwe woningen, meer mensen, toenemende mobiliteit – maar in de westelijke regio ontbreekt een hoogwaardige railverbinding tussen Haarlem, Schiphol en Amsterdam. Bestaand openbaar vervoer schiet tekort, vooral tijdens piekuren. Daarom zetten Vervoerregio Amsterdam en partners in op een slimme oplossing: de Metrobus – een Bus Rapid Transit (BRT) systeem dat snelheid, capaciteit en betrouwbaarheid combineert.
Maar hoe weet je waar de grootste problemen zitten in het netwerk? Waar ontstaan de meeste vertragingen? En hoe kan je die gericht oplossen, liefst zonder miljoenenverslindende ingrepen?
Van haltes naar data: waarom flowmapper een gamechanger is
Traditioneel werken OV-analysemodellen met halte-tot-halte-data. Dat werkt goed in stedelijke gebieden, maar op lange snelwegtrajecten – waar haltes soms kilometers uit elkaar liggen – geeft dat een te grofmazig beeld.
Flowmapper, ontwikkeld door Tyrens in Zweden, brengt daar verandering in. Het systeem analyseert GPS-locaties van bussen (elke 15 seconden in Nederland) en koppelt deze aan segmenten van slechts 25 meter. Het resultaat? Een datagedreven kaart die exact laat zien waar en wanneer vertragingen ontstaan – per segment, per lijn, per uur van de dag.
In de MRA is deze aanpak voor het eerst toegepast op een aantal pilotlocaties, met indrukwekkende resultaten. De meest sprekende case? Het tracé tussen Amsterdam Zuid en Haarlem via de N205 en A9.
Het beste voorbeeld: n205–a9 tussen amsterdam zuid en haarlem
Het traject N205–A9–A4–A10 wordt gezien als de toekomstige ruggengraat van de Metrobus. Nu al rijden hier de R-Net lijnen 346, 356 en spitslijn 255. Maar met name tijdens de avondspits lopen de bussen hier flinke vertraging op.
Drie knelpunten springen eruit:
-
Knooppunt Raasdorp – uitvoegstrook
Bussen verliezen hier gemiddeld 11–16 seconden op slechts 800 meter. 6% van de ritten heeft zelfs meer dan een halve minuut vertraging, en de maximumsnelheid (100 km/u) wordt zelden gehaald. Opvallend is de scherpe daling in snelheid aan het einde van de uitvoegstrook, waar het verkeer zich ophoopt. -
Knooppunt Raasdorp – invoegstrook
Hier is de situatie nog schrijnender. Gemiddeld kost dit segment van 1.600 meter meer dan 30 seconden extra, en bijna 20% van de bussen doet er meer dan twee keer zo lang over als onder optimale omstandigheden. Oorzaak: afremmend invoegend verkeer en beperkte ruimte. -
Wegversmalling bij tankstation op de N205
Hoewel de vertraging gemiddeld beperkt blijft (ca. 10 seconden), zijn de uitschieters groot. 5% van de ritten kent hier vertragingen van meer dan een minuut. De snelheden zakken vaak onder de 60 km/u.

Gemiddeld verliest een bus op dit traject tussen de 40 en 90 seconden afhankelijk van het tijdstip – en dat is cruciale tijd in een BRT-systeem dat moet concurreren met de auto.
Waarom dit werkt: van meten naar verbeteren
Wat maakt deze analyse zo waardevol?
-
Segmentniveau: Met inzichten per 25 meter kunnen maatregelen veel gerichter genomen worden.
-
Knelpunten zichtbaar: Geen giswerk meer, maar harde cijfers waar de problemen zich precies voordoen.
-
Effectmetingen mogelijk: Omdat ook nulmetingen gedaan zijn, kunnen pilotmaatregelen straks objectief worden geëvalueerd.
Voor de komende pilot bij het tankstation op de N205 is dit essentieel. Hier zal getest worden of bussen de invoegstroken mogen gebruiken om files te omzeilen. Dankzij Flowmapper is duidelijk dat de vertraging hier significant is (gemiddeld +20 seconden, uitschieters >1,5 minuut op 675 meter). In oostelijke richting is de situatie beter, maar ook daar kan de snelheid nog omhoog.
Slot: slimmer ov begint met slimmere data
De inzet van Flowmapper heeft voor de Metrobus een dataprobleem opgelost – en tegelijkertijd een deur geopend naar meer precisie en beter beleid. Wat begon als een zoektocht naar meer grip op reistijd, is uitgegroeid tot een aanpak die beslissen op data centraal stelt.
De boodschap is helder: geen nieuwe infrastructuur zonder nieuwe inzichten. En Flowmapper levert precies dat.